- WijkWijzer
- Verdieping
- Over de wijkaanpak
- Waarom een wijkaanpak?
In vijf stappen naar een wijkaanpak
Opgaven in de wijk
→ Wonen
→ Werk & participatie
→ Onderwijs & opvoeding
→ Veiligheid & criminaliteit
→ Gezondheid, zorg & hulpverlening
→ Samenleven & integratie
→ Leefomgeving & openbare ruimte
→ Duurzaamheid
Over de wijkaanpak
→ Wat is een wijkaanpak?
→ Waarom een wijkaanpak?
→ Wijk of buurt?
→ Geschiedenis in vogelvlucht
Waarom een wijkaanpak?
Al sinds de Tweede Wereldoorlog investeren overheden preventief om wijken voor afglijden te behouden. De motieven, onderbouwing en invulling van de aanpak van kwetsbare wijken veranderen echter in de loop der tijd. Gemeenten kiezen voor een gebiedsgerichte wijkaanpak wanneer sprake is van een optelling van problemen binnen een bepaald gebied (een buurt, wijk of een cluster van wijken). Omdat de reguliere inzet vanuit beleidskokers niet toereikend is om de problemen het hoofd te bieden, worden aanvullend gebiedsgerichte maatregelen genomen. Een wijkaanpak begint dus met prioritering ten opzichte van andere gebieden. De urgentie komt meestal voort uit de gesignaleerde problemen in een gebied. Veel gemeenten baseren zich hierbij op data en statistische instrumenten, maar urgentie kan ook voortkomen uit signalen van wijkbewoners en professionals.
Hoe keren we buurtverval?
Over de vraag hoe buurtverval moet worden gekeerd, toont zich een golfbeweging: perioden met een dominante fysieke aanpak (‘stenen stapelen’) worden afgewisseld met perioden waarin de nadruk ligt op een sociale aanpak (‘sociale stijging en sociaaleconomische verbetering’). Een tweede golfbeweging laat zien dat grote nationale beleidsprogramma’s worden afgewisseld door perioden waarin gemeenten, corporaties en andere partijen zelf aan zet zijn. Na het ‘bouwen voor de buurt’ (de Stadsvernieuwing) vanaf de jaren 60 volgde in de jaren 90 een periode waarin vooral via sloop, nieuwbouw en renovatie is gewerkt aan gemengde wijken (de Stedelijke vernieuwing). Lees meer hierover bij Geschiedenis in vogelvlucht.
Terugkerende dilemma’s
In de loop der tijd keren verschillende discussies en dilemma’s terug. De volgende dilemma’s zijn ook in huidige tijd weer relevant.
Gebiedsgericht of mensgericht beleid?
Ten tijde van de stedelijke vernieuwing (eind jaren 90) investeerden Rijk, gemeenten en woningcorporaties fors in fysieke interventies. Met sloop en nieuwbouw zijn veel wijken aantoonbaar verbeterd, maar de problemen van zittende bewoners zijn daarmee niet automatisch opgelost. Sinds de economische crisis (2008-2015) is een verschuiving in het denken zichtbaar; van gebiedsgerichte fysieke investeringen naar meer generieke interventies, met als doel sociaaleconomische achterstanden van individuen te verkleinen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is mensgericht beleid nodig om kwetsbare burgers vooruit te helpen (onder meer via scholing, arbeidsmarkt- en integratiebeleid). Gebiedsgericht beleid komt in beeld wanneer de plek (dat kan een wijk zijn, maar ook een regio) bijdraagt aan de economische ongelijkheid of armoede.
Sociale menging of vernieuwen voor huidige bewoners?
In de wetenschap woedt al jaren een debat over het nut van het werken aan gemengde wijken. Hard wetenschappelijk bewijs dat bewoners gebaat zijn bij sociale menging is schaars. Maar op wijkniveau heeft het mengen van bewonersgroepen positieve effecten. Het gemiddelde inkomen stijgt en de kwaliteit van de woningvoorraad verbetert. Daarnaast heeft menging een positieve invloed op de objectieve en subjectieve veiligheid, het wederzijds begrip tussen bevolkingsgroepen en op de uitstraling en reputatie van wijken. Een studie van de VU (2019) laat zien dat de aanpak van de Vogelaarwijken tien jaar later resulteerde in hogere WOZ-waarden dan in wijken die niet zijn aangepakt. Inzetten op menging vraagt, kortom, om geduld en precisie. Beleidsmakers moeten daarom vooraf heel goed nadenken over het wat, wie, waarom en hoe van sociale menging.
Kleinschalig en met huidige bewoners (bottom-up) of grootschalig en gecentraliseerd (top-down)?
Na twee decennia van planmatige wijkvernieuwing met strakke beleidskaders en financiering van bovenaf (GSB/ISV), zagen we vanaf 2012 een omslag. Fysieke wijkvernieuwing kwam tot stilstand, gemeenten legden zich toe op de aanpak van sociale problemen achter de voordeur. Bij gebrek aan slagkracht van overheden, woningcorporaties en andere partijen werd hoop gevestigd op de inzet van bewoners. Met wisselend succes is geëxperimenteerd met nieuwe vormen van samenwerken en samen financieren. Allerlei bottom-up-initiatieven kwamen tot bloei, maar een brede leefbaarheidsimpuls bleef uit. Dit soort initiatieven zijn vaak kwetsbaar; er is langdurige ondersteuning van sociale professionals nodig. Aan gemeenten de taak om een realistische inschatting te maken van burgerinzet. En een balans te vinden tussen de initiatieven van bewoners en de aanpak van opgaven die institutionele partijen in een wijk zien.
Sectoraal of integraal?
Met de hernieuwde aandacht voor de wijkaanpak wordt ook opnieuw het belang van een integrale aanpak erkend. Meerwaarde, voor zowel de wijk als voor haar bewoners, kan alleen worden gerealiseerd door verder te kijken dan sectorale doelstellingen. Door problemen en knelpunten te verbinden met de andere opgaven en ontwikkelingen, kunnen belangen en ambities worden gekoppeld en interactie-effecten worden gerealiseerd (koppelkansen). Integraal werken betekent niet alles met alles verbinden en iedereen overal bij betrekken. Het gaat er vooral om dat alle partijen hun eigen taken zo goed mogelijk uitvoeren, en daar waar nodig afstemming zoeken met andere partijen. En het betekent verder kijken dan je eigen doelstellingen. Alleen dan kan gezamenlijk meerwaarde worden gecreëerd.
Meer informatie?
- Platform31 (2020). Wijk in zicht: Kwalitatief onderzoek naar de dynamiek van leefbaarheid in kwetsbare wijken.
- Tijdelijk Werkgroep Sociale Impact van het Coronavirus (2020). Verslag werkgroep sociale impact van de coronacrisis (pdf, 1,3 MB).
- Platform31 (2018). Naar een wendbare wijkaanpak: Het waarom en hoe van lokaal gestuurde wijkvernieuwing.
- Planbureau voor de Leefomgeving (2016). De Verdeelde Triomf: Verkenning van stedelijk-economische ongelijkheid en opties voor beleid.
- Platform31. Kennisdossier stedelijke vernieuwing.