De (on)voorspelbaarheid van mobiele ontmoetingsplekken
“Niet over ons, maar met ons” is een bekend adagium voor een succesvolle wijkaanpak. Mobiele ontmoetingsplekken vormen een bijzonder puzzelstukje in de grotere puzzel van bewonersbetrokkenheid. Met busjes, fietskarren of caravans wordt op een laagdrempelige en aantrekkelijke manier ruimte gegeven aan de vaak ongehoorde stemmen in de buurt.
Op 20 juni 2024 kwamen ruim 20 bevlogen professionals bijeen in ontmoetingscentrum ONE in Amersfoort om met elkaar te leren over de betekenis, invulling en randvoorwaarden van mobiele ontmoetingsplekken. In dit artikel belichten we het onderwerp in vogelvlucht.
Eenheid in verscheidenheid
Erik van Marissing, stadsgeograaf en initiatiefnemer van het Buurtterras Kattenbroek, geeft een heldere definitie van mobiele ontmoetingsplekken: “Het is een tijdelijke, verplaatsbare en tot de verbeelding sprekende plek die goed past in de openbare ruimte en spontane ontmoetingen en nieuwe verbindingen mogelijk maakt.”
In Nederland is er een kleurrijke verzameling aan initiatieven te vinden: bakfietsen, bolderkarren, caravans, aanhangwagens, volkswagenbusjes, SRV-wagens of verrijdbare bankjes. Steeds weer wordt er een afweging gemaakt tussen de mogelijkheden en onmogelijkheden van de omgeving en de initiatiefnemers. Zoals Van Marissing nuchter stelt: “Ik leerde dat een Piaggio driewieler in de winter moeilijk wilde starten en erg stinkt. Daarom wilde ik een fiets.”
Verschillende voorbeelden laten variaties op deze afweging zien. “In Nieuwegein zijn er Anderhalvemeterbankjes, ontstaan tijdens corona om met elkaar in contact te komen. Het is niet veel meer dan een plank met een wiel. Je kan ze zo meenemen.” Dat is de kracht van eenvoud en maakt het initiatief zeer toegankelijk om op te zetten.
De praktische haalbaarheid is een punt om goed bij stilte te staan. “In Amsterdam is er een Tiny Buurthouse, een rijdend pannenkoekenrestaurant. Het ding is prachtig, maar wel groot en zwaar. Dat is niet voor iedereen geschikt. Een vrijwilliger in Amersfoort moest met zo’n bakfiets bijvoorbeeld afstappen om te gaan lopen. In Rotterdam hadden ze een heel mooi driewielbrommertje, maar er kon niet zoveel in en niet iedereen kon rijden in het karretje, dus hebben ze deze ingeruild voor een oerdegelijk Volkswagenbusje.”
De mobiele ontmoetingsplekken hebben met elkaar gemeen dat het plekken zijn voor ontmoeting en verbinding, met vaak nog enkele aanvullende doelen. “Bijvoorbeeld het bevorderen van participatie, het in beweging krijgen van mensen. Ook worden ze gebruikt om zogenaamde ‘moeilijk bereikbare groepen’ te vinden. Soms gaat het om zichtbaarheid, een soort rijdende reclame. Of er wordt aandacht gevraagd voor een specifiek thema of vraagstuk, zoals bij Wereld Alzheimerdag. Of juist voor positieve oploopjes. Als er veel in een wijk gebeurt wat niet leuk is, is het ook leuk om mooie momentjes te hebben, iets leuks te delen”, vertelt Van Marissing.
5 tips
Van Marissing geeft vijf tips om met een mobiele ontmoetingsplek aan de slag te gaan.
- Wees niet te bescheiden. “Het verschil dat je kan maken is moeilijk te meten, maar kan heel groot zijn. Tijdens corona kwam een dame rond vier uur naar het terras. ‘U bent vandaag de eerste die ik spreek’.”
- Timmer je idee niet dicht. “De ene wijk heeft iets kleins nodig, de andere wat groots. Dat geldt ook voor vastigheid en voorspelbaarheid versus tijdelijkheid en onvoorspelbaarheid. Hou ruimte om dat te ontdekken.”
- Zorg voor ambassadeurs. “Als je het allemaal alleen gaat doen, wordt het heel zwaar.”
- Geef niet te snel op. “Het is niet van de ene op de andere dag een succes, je moet er vaardigheid in krijgen.”
- Blijf alsjeblieft gewoon jezelf.
Hoe krijg je écht contact?
Het vinden van een goede plek is één van de elementen die helpen bij het maken van contact. Maar hoe vind je die? Van Marissing vertelt hoe hij dit aanpakte met het Buurtterras Kattenbroek. “Soms fiets je rond en kies je iets uit eigen interesse. Wat zou hier gebeuren? Soms stonden we bij een gezondheidscentrum, zoals bij Wereld Alzheimerdag. Of je krijgt een tip van inwoners: je zou daar eens moeten gaan staan.”
Contact maken begint al bij het opbouwen van de plek. Mensen worden nieuwsgierig, lopen eens langs, kijken even de kat uit de boom. “Het is ook belangrijk om er niet vanuit een ‘rol’ te zitten. Dat je niet ergens van bent, het gesprek kan daardoor doodslaan. De uitnodiging is om te vertellen vanuit het eigen leven in plaats van een thema.”
Laagdrempeligheid is een sleutelwoord bij deze mobiele ontmoetingsplekken. “Heb niet te hoge verwachtingen, leg de lat niet te hoog. Vul niet in voor een ander, dat is een grote valkuil. Soms hoef je niks te doen. En… het hoeft ook niet altijd leuk te zijn. Soms hebben mensen gewoon even een uitlaatklep nodig”, aldus Van Marissing.
Al zes jaar bestaat in Amersfoort De Koffiebus, met als slogan “Wij schenken uitstekende koffie en oprechte aandacht”. Samen met 160 vrijwilligers verzorgt Harm Messink op vier locaties deze mobiele ontmoetingsplek.
De Koffiebus in Amersfoort
“Het doel van de Koffiebus is strijden tegen sociaal isolement door te ontmoeten, te verbinden en mensen in hun kracht te zetten”, vertelt Harm Messink, oprichter en coördinator van de Koffiebus. “De Koffiebus is voorspelbaar en onvoorspelbaar. Voorspelbaar: ik ben er altijd, vier keer in de week op vaste locaties. Onvoorspelbaar: met 160 vrijwilligers zie je elke keer een ander gezicht en is het een verrassing welke soep of cake geserveerd wordt. Er is altijd wat anders.”
Om het gesprek op gang te brengen heeft Messink een eenvoudige aanpak, die hij ook overdraagt op de vrijwilligers. “Ga eerst vertellen wie jij bent. Vertel waarom we dit doen. De meeste mensen worden daar enthousiast van. Wees dan nieuwsgierig. Wat is jouw verhaal? Soms duurt het 5 of 6 keer, soms leggen mensen zo hun verhaal op tafel.”
Er komen ook wel mensen bij de Koffiebus die zorgen of vragen met zich meedragen. “Wij luisteren en vragen bijvoorbeeld: bent u al bij dit of dat loket geweest? Vaak al wel en komen ze daar niet voor. Ze komen om mens te zijn, hun verhaal te vertellen en een luisterend oor te treffen. Zonder dat daar gelijk een oordeel over gevormd wordt.” Maar het doel is vooral het ontmoeten. “We komen een keer per week op een plek, omdat ik een aanzet wil geven dat op andere dagen mensen elkaar zelf gaan opzoeken. De aanzet is hier, de beweging vooruit doen ze zelf. Er ontstaan nieuwen buurtbanden en vriendschappen.”
Centraal bij de Koffiebus staat de cyclus van ‘geven’ en ‘ontvangen’. “Een prijslijst is er niet. Mensen doen een donatie aan de Koffiebus. Het woord ‘gratis’ gebruiken we niet, maar ‘betalen’ ook niet. Wij geven goede koffie en gebak, en wij ontvangen wat iemand wil en kan doneren aan de Koffiebus. Dat kan 10 cent zijn of 100 euro.”
In zes jaar tijd heeft de Koffiebus een stevig netwerk opgebouwd en steunt op diverse bronnen van inkomsten. “30 procent komt uit subsidie van de gemeente, 20 procent bestaat uit giften die op de standplaatsen vrijkomen. Dan zijn er nog maandelijkse donateurs die 10, 20 of 50 euro doneren, en verdienen we nog met verhuur. Ook steunen de slager, de supermarkt en kaasboer ons met goederen.”
De duurzaamheid van de Koffiebus is hiermee krachtig neergezet. Een aansprekende aanpak, groot netwerk aan vrijwilligers, diverse bronnen van inkomsten. Aanvullend hierop is dat er een stichting is opgericht, met een betrokken bestuur. Met al deze ingrediënten floreert de Koffiebus door de bevlogen inzet van Messink, maar is er niet van afhankelijk.
Impact en kennisuitwisseling
Jetze van der Ham, voorzitter van de Stichting Landelijk Platform Buurt- en Wijkgericht Werken (LPB) benoemt het belang van het uitwisselen van kennis en ervaringen hierover. Zowel tussen initiatiefnemers, als tussen beleidsadviseurs, welzijnsmedewerkers en initiatiefnemers van mobiele ontmoetingsplekken. “Er ontstaat dan een gesprek waar iedereen iets op in te brengen heeft. Ieder heeft een stukje van die puzzel, waardoor je net weer een stukje verder komt in jouw eigen aanpak. Er is geen blauwdruk voor zo’n plek. Stop er ook iets van jezelf in, wees een beetje ondeugend.”
Van der Ham vat de geleerde lessen van verschillende professionals kernachtig samen: “Wat ik vanmiddag gehoord heb is: alles wat je nodig hebt, iedereen die je nodig hebt is al in de wijk aanwezig. Met de mobiele ontmoetingsplekken kan je het net even anders doen. Maak ‘bumping spaces’, plekken waar je letterlijk elkaar tegen het lijf loopt en met elkaar aan de praat raakt om zo te leren wat er echt in de wijk speelt.”
Foto’s door Nannie de Rooij.
Jetze van der Ham, LPB
Zorgen voor New Towns: van groeikern naar aandachtsgebied
WijkWijzer‘Mijn stem telt even zwaar mee als die van de burgemeester’
Movisie