De brede wijkaanpak in middelgrote gemeenten
Naast de focusgebieden uit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid wordt er in veel gemeenten gewerkt aan de brede wijkaanpak. Ook middelgrote gemeenten hebben te maken met complexe sociale problematiek in kwetsbare wijken. Drie praktijkvoorbeelden laten zien dat middelgrote gemeenten volop experimenteren met wijkaanpakken. Daarbij lopen ze wel tegen grenzen aan van financiële middelen en personele capaciteit.
Met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) richt het Rijk zich op het grootschalig verbeteren van de leefomstandigheden in kwetsbare gebieden in ons land. Twintig gebieden met een stapeling van problemen op het gebied van onderwijs, armoede, gezondheid, wonen en veiligheid zijn aangewezen waar in 15 tot 20 jaar een integrale aanpak met ondersteuning van het rijk wordt uitgevoerd. Een dergelijke stapeling van problemen is echter in veel meer gemeenten ontstaan. In de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) werd daarom een motie aangenomen om bij het Rijk intensiever te pleiten voor een aanvullend programma op het NPLV, voor gemeenten met vergelijkbare problematiek in een minder grootstedelijke context. De M50, het netwerk van middelgrote gemeenten (30.000 – 80.000 inwoners), kwam met een zelfde boodschap tijdens hun bijeenkomst ‘Laat ons niet in de st(r)eek!’ tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen: “Hoewel het NPLV een belangrijke stap is voor veel mensen, zijn er door heel Nederland veel meer ‘probleemwijken’ die kampen met vergelijkbare problemen en uitdagingen. Deze gebieden, vaak in minder grootstedelijke contexten, hebben net zo hard langdurige expertise en investeringen nodig om de leefbaarheid, veiligheid en kansengelijkheid te verbeteren.”
Experimenteren om de leefbaarheid te vergroten
Zonder de financiële rijkssteun vanuit de NPLV en beperkte toegang tot de NPLV-kennisinfrastructuur zoeken verschillende middelgrote gemeenten naar creatieve manieren om hun kwetsbare wijk vooruit te helpen door middel van een wijkaanpak. Platform31 gaf dit jaar drie praktijkvoorbeelden uit Meijerijstad, Leidschendam-Voorburg en Zeist een landelijk podium. Deze voorbeelden tonen hoe gemeenten experimenteren om de leefbaarheid te vergroten. De drie casussen laten mooi de variatie zien van wijkaanpakken in de M50, in onder andere de omvang van de aanpak, de focus en de manier van organiseren.
Om te zorgen voor een betere balans tussen kwetsbare en minder kwetsbare inwoners werkte Zeist binnen een brede wijkaanpak aan een proef met gerichte toewijzing in de grootste galerijflat van Nederland. Huurders die iets extra’s voor hun buren of buurt willen doen kregen voorrang bij de toewijzing van sommige woningen. Het experiment met de woningtoewijzing betrof 25 procent van de woningen die vrij kwamen – met een maximum van twintig woningen per jaar. Daarbij werd gebruikgemaakt van de experimentregeling die de huisvestingsverordening biedt met de mogelijkheid om lokaal maatwerk toe te passen in de woningtoewijzing.
In de Oost-Brabantse fusiegemeente Meierijstad is gekozen voor een relatief kleinschalige, wendbare benadering zonder een vastomlijnd plan van aanpak. In plaats daarvan zijn er concrete doelen gesteld zoals het verbeteren van de uitstraling van de openbare ruimte, meer verbinding tussen bewoners en partijen die actief zijn in de wijk, verminderen van overlast van afval en bewoners zich meer betrokken en verantwoordelijk laten voelen. Zij doen dit met actieteams bestaande uit onder andere de buurtadviseur van de gemeente, enkele bewoners, een medewerker van de woningcorporatie, een vertegenwoordiger van de wijkraad en een welzijnswerker. Zij bespreken wat er leeft in de wijk en welke acties nodig zijn om de leefbaarheid te vergroten. Door de wendbare aanpak kan er snel worden ingespeeld op veranderingen en wensen in de wijk.
Voor de wijkaanpak in Leidschendam-Noord heeft de gemeente juist wel gekozen voor een programmaplan met doelstellingen op een lange termijn van 20 jaar, hoewel de financiering van dit programma nog niet volledig ingevuld is. Deze doelstellingen richten zich op het bevorderen van de kansengelijkheid, met onder meer veel aandacht voor onderwijs en schuldenproblematiek bij jongeren. Voor het slagen van een langetermijnvisie is bestuurlijke commitment essentieel. Dat is in Leidschendam-Noord georganiseerd door een bestuur aan te stellen die de taak heeft om de ambitie van het programma te bewaken en mede richting te geven aan de uitvoering van het programma. Dit bestuur bestaat onder andere uit de burgemeester, een wethouder, de teamchef van de politie en bestuurders van andere organisaties die actief zijn in de wijk.
Wat de drie aanpakken gemeen hebben is dat er sprake is van wijkbewustzijn: de betrokken gemeenten erkennen dat problemen zich (meer) stapelen in specifieke wijken in hun gemeente en dat die daarom extra aandacht nodig hebben. Zij zien de urgentie van additionele wijkgerichte beleidsaandacht op basis van zowel kwantitatieve gegevens, bijvoorbeeld uit de Leefbaarometer of eigen monitoringsinstrumenten, als de ervaringen van professionals en bewoners. Er wordt gepoogd om in brede samenwerkingen tussen gemeenteafdelingen en lokale partners te werken aan een programmatische aanpak in specifieke wijken. Daarbij wordt er ook gemonitord op het bereiken van de resultaten.
Wendbaar met belemmeringen
Er wordt volop geëxperimenteerd in deze middelgrote gemeenten, waarbij zij creatief zoeken naar koppelkansen tussen budgetten en beleidsdomeinen. Dit gebeurt met een adaptieve en wendbare strategie die meebeweegt met de middelen die er zijn. Daarbij lopen de gemeenten echter tegen grenzen aan. Een veelgehoorde belemmering in de interviews is het gebrek aan geborgde financiële middelen. De gemeenten geven aan moeite te hebben om de integrale aanpak duurzaam te bekostigen uit de reguliere budgetten. Ook willen deze gemeenten meer profiteren van de nationale kennisinfrastructuur zoals die is ingericht voor het NPLV. In de position paper Langdurig sterk voor onze wijken roepen de middelgrote gemeenten dan ook op tot een soortgelijk leefbaarheidsfonds voor middelgrote gemeenten: “Zo kunnen we structureel en langjarig samen investeren in sterke wijken. Want alle inwoners in Nederland verdienen een veilige en leefbare woonomgeving.”
Lessen voor wijkaanpakken in middelgrote gemeenten
- Organiseer kennisuitwisseling tussen gemeenten en zoek aansluiting op de nationale kennisinfrastructuur voor leefbare wijken.
- Wijkbewustzijn is belangrijk om te erkennen en herkennen dat wijken niet hetzelfde zijn en dat problemen zich (meer) stapelen in specifieke wijken.
- Start met een nulmeting en zorg voor monitoring op doelen.
- Bestuurlijke commitment op langetermijnvisie- en doelen.
- Verbind fysieke aan sociale vraagstukken in een brede wijkaanpak, met daarbij ruimte voor experiment.
- Zorg voor aanwezigheid in de wijk en goede contacten met bewoners.
Ook interessant:
Slagkracht in de wijk
Praktijkboek voor de meerjarige gebiedsgerichte aanpak van kwetsbare wijken
WijkWijzer