Met design thinking bouwen aan een fijne wijk voor kinderen
Wat maakt het door sociaal ontwerpers gerunde T+HUIS zo sterk?Het T+HUIS in Eindhoven is al bijna 20 jaar een plek waar kinderen, bewoners, studenten en professionals samenwerken. Met design thinking bouwen ze aan een sterke wijk in Eindhoven. Hoe zorgen ze hier voor een fijne plek om op te groeien? Wat werkt er zo goed?
Dinsdagochtend, in de wijk Oud-Woensel, Eindhoven. De koffie loopt in het T+HUIS, waar bewoners naar de eerste verdieping lopen voor een zelf-georganiseerde yogales. Een aantal kinderen neemt plaats in de leeshoek. Professionals en studenten van verschillende opleidingen zitten aan de grote vergadertafel klaar voor de weekvergadering. Ondertussen schuift ondergetekende aan bij een groep bewoners. Samen praten we over wat deze plek zo bijzonder maakt.. Dit is het T+HUIS: wijkhuis, welzijnsorganisatie, leergemeenschap, organisatieadvies- én social designbureau in één.
T+HUIS is thuis
Voor veel bewoners betekent het zelfs nog meer: ‘We hebben geen familie in de stad, onze familie is hiér T+HUIS is voor ons thuis.’ Deze bijeenkomst met de bewoners is onderdeel van vier sessies. Eerder spraken we al met studenten, kinderen en professionals. In deze sessies controleren we de uitkomsten van interviews met de sociaal ontwerpers van het T+HUIS. We willen weten: wat maakt het T+HUIS zo sterk in de wijk? Wat werkt hier zo goed?
“De werkzame elementen van het T+HUIS zijn ontstaan uit een DNA van design thinking”
Sterkere sociale basis
De werkzame elementen van het T+HUIS zijn ontstaan uit een ‘DNA van design thinking’ aldus directeur Aike Heuvelink. Sinds de oprichting hebben sociaal ontwerpers aan het roer gestaan die de principes van design thinking structureel hebben toegepast om een kansrijk opgroeiklimaat in de wijk te stimuleren. Bij design thinking ligt de focus op het inspelen op de behoeften van je doelgroep. Vervolgens werk je samen met stakeholders aan oplossingen, die in co-creatie worden getest en verbeterd met de doelgroep. T+HUIS boekt daarmee resultaat in Oud-Woensel: jaarlijks worden honderden kinderen (en hun ouders) begeleid met programma’s en informele ondersteuning, waarmee hun taal- en sociale vaardigheden en zelfvertrouwen toenemen. En dat deze ondersteuning veelal samen met wijkpartners is opgezet zorgt voor een sterkere sociale basis, waardoor ook het beroep op eerste- en tweedelijnsvoorzieningen afneemt.
Design Thinking en integrale wijkaanpak
Design thinking krijgt steeds meer aandacht in de wijkaanpak in Nederland. In 2022 publiceerde CCV de handleiding Verbeter de wijk met Design Thinking. Vorig jaar werd er een duidelijker verband gelegd tussen de wijkaanpak en de design methodiek. Vaak blijft het echter bij kortlopende projecten (‘Groen in de wijk mét bewoners’) of ontwikkeldagen (‘We pakken het dubbel diamond-model van design thinking er even bij’). Praktijkvoorbeelden waarin de thema’s design thinking en samenlevingsopbouw op een duurzame manier zijn toegepast ineen integrale wijkaanpak zijn nihil.
Lees ook de verandertheorie: De sociale basis versterken, investeren in de toekomst
Zoals WijkWijzer een aantal bouwstenen heeft geformuleerd voor die integrale wijkaanpak, zo zijn wij op zoek gegaan naar de ‘bouwstenen’ die worden ingezet bij het T+HUIS wanneer zij spreken van ‘het creëren van een kansrijk opgroeiklimaat in de wijk’. Uit mijn onderzoek presenteer ik graag een zestal werkzame elementen die essentieel zijn gebleken.
De werkzame elementen
Om de vraag ‘Wat werkt?’ te beantwoorden, is eerst een analyse gemaakt van beleidsstukken van de afgelopen 10 jaar. Daarna werden drie interviews afgenomen met de T+HUIS-ontwerpers. Tot slot werden vier verificatiesessies georganiseerd met stakeholders (studenten, bewoners, professionals en kinderen) om de bevindingen te toetsen. De werkzame elementen zullen voor dit artikel gekoppeld worden aan design thinking, samenlevingsopbouw en de literatuur over leergemeenschappen. In onderstaand figuur zijn deze concepten voor het gemak gevisualiseerd.
Visualisatie verbondenheid thema’s T+HUIS Eindhoven
Werkzaam element 1: fysieke plek
Uit het onderzoek blijkt allereerst dat een fysieke plek de perfecte manier is om creativiteit te stimuleren. Een open en toegankelijke sfeer nodigt uit tot ontmoeting en interactie. De ruimte wordt door de genoemde stakeholders omschreven als een ‘kraamkamer’, ‘een huiskamer die prikkelt’ en ‘een open huis waar je altijd terecht kunt’. Ruimtes zijn (daarom) ook flexibel inzetbaar: de genoemde yogales werd gegeven in de ruimte waar vijf uur later ook de bestuursvergadering zou plaatsvinden.
Werkzaam element 2: momentum en tijd
Naast de fysieke flexibiliteit wordt er ook ruimte gecreëerd door middel van timing en momentum voor de onderwerpen die er echt toe doen. Voor de ontwerpers van T+HUIS is dit logisch: binnen de ontwerpwereld probeer je altijd te innoveren vanuit de behoefte van de klant, waarbij die ruimte essentieel is. Het bewust niet ‘volprogrammeren’ van de tijd in het T+HUIS creëert ruimte, volgens professionals, om te kijken naar wat ‘het systeem vraagt’. Hierdoor kunnen kinderen zich bij T+HUIS op een andere manier ontwikkelen door de ‘flexibele vrijblijvendheid’ die er heerst.
Werkzaam element 3: sleuteldragers
Het belang van sleuteldragers sluit hier feilloos op aan. Zo houd je als ontwerper vanaf het begin ogen en oren open voor zowel personen die een sterke verbinding hebben met het specifieke thema ’en dit doorleven’ én voor personen ‘waar je juist iets voor wil gaan ontwikkelen of ontwerpen’. Binnen T+HUIS geven de stakeholders expliciet aan dat de aanwezige ontwerpers al vele jaren waarden (impliciet) uitdragen met ‘passie’, ‘respect’ en ‘liefde’. Studenten geven op hun beurt aan dat ze ‘voor kinderen misschien wel de sleuteldragers zijn’, wat wordt bevestigd door oude deelnemers aan kinderactiviteiten die zeggen dat de studenten inderdaad een passie ‘voorleven’.
Werkzaam element 4: werken met studenten
In het verdere verloop van design thinking is de inbreng van frisse ideeën en energie van groot belang. T+HUIS werkt al twintig jaar om juist dát te creëren. De diversiteit aan studenten, afkomstig van verschillende mbo- en hbo-opleidingen, verrijkt het T+HUIS en creëert een leeromgeving voor zowel studenten als professionals. Daarnaast fungeren studenten uit de wijk die stage lopen in het T+HUIS als inspirerende rolmodellen voor de kinderen. Zij laten zien dat het mogelijk is om een opleiding te volgen en succesvol te zijn in bijvoorbeeld het sociaal werk.
“Het T+HUIS biedt handvatten om complexe dingen begrijpelijk te maken voor al die verschillende disciplines aan tafel”
Werkzaam element 5: de multidisciplinaire aanpak
Niet alleen studenten brengen innovatie het T+HUIS binnen, ook de tientallen stakeholders die in de wijk actief zijn doen dat. Binnen de multidisciplinaire aanpak is hun input van groot belang. Uit de interviews en de verificatiesessies blijkt echter dat het proces van samenwerken net zo belangrijk is. Een aanwezige professional verwoord dat als volgt: “Het T+HUIS biedt handvatten om complexe dingen begrijpelijk te maken voor al die verschillende disciplines aan tafel. En zo voelt iedereen zich op die manier aan tafel gehoord en energiek”. Voorafgaand aan een project wordt er eerst de tijd genomen om het samen te begrijpen; “spreken we dezelfde taal? Gaan we dezelfde kant op?”
Werkzaam element 6: regelruimte
Het belang van regelruimte werd duidelijk tijdens de gesprekken met de T+HUIS-ontwerpers zelf. Uit hun ervaring met opdrachtgevers willen ze als sociaal ontwerper het liefst ‘vanuit vertrouwen ruimte krijgen om zaken te regelen’. Volgens professionals kom je na het opperen van een idee in een fase van ‘opdenken’: ‘Als het niet goed genoeg is, maakt T+HUIS een nieuwe versie en verbeteren we het samen.’ Kinderen geven aan dat ze zich prettig voelen in de omgeving van het T+HUIS, waar ze de ruimte krijgen om te spelen: “geen ‘taakjes’, maar vooral lekker spelen”.
Bezoekers van het T+HUIS
Inbedding in leergemeenschap
De zes elementen hebben zoals gezegd een duidelijke inbedding in design thinking. Echter, voor de uitvoering van deze elementen is er nog een tweede concept belangrijk, dat van de leergemeenschap. T+HUIS heeft vanaf de oprichting deze vorm omarmt, waarbij het leren van en met de gemeenschap essentieel is. De vorm waarbinnen je ‘van elkaar leert’ kan verschillen van professionele werkplaatsen (Mulder & Kees, 2021) tot leersystemen binnen samenlevingsopbouw (Van Pelt, Rensen & Spierts, 2024) tot Communities of Practice (Wenger, 1998). Maar hoe verhoudt deze leergemeenschap zich tot de genoemde werkzame elementen en het creëren van dat ‘kansrijk opgroeiklimaat’?
Bezoeker van het T+HUIS is aan het knutselen
Een veelgenoemd doel van leergemeenschappen is het versterken van gemeenschappen, waarbinnen de identiteit van bewoners wordt gevormd (Wenger, 1998) en waar sociale vaardigheden worden aangeleerd (Vermeersch, 2019). Bovendien kan er een potentieel worden gecreëerd voor maatschappelijke veranderingen (Shove, 2012). Zo’n gemeenschap biedt veel kansen, die ook terug te vinden zijn in de werkwijze van T+HUIS. Maar de praktijk blijkt tegelijkertijd weerbarstig. In een recente analyse van de werkgroep Lerende Praktijken in het sociaal domein werden dan ook kritische kanttekeningen geplaatst bij leergemeenschappen. De onderzoekers stellen dat leergemeenschappen het risico lopen een lege huls te worden door een gebrek aan tijd, middelen, gelijkwaardigheid en reflectie. Ook verschillen in taal en werkwijzen tussen disciplines kunnen ervoor zorgen dat de beoogde veranderingen uitblijven.
Werken vanuit behoeftes werkt
Als we naar de werkzame elementen van het T+HUIS kijken, zien we dat zij de kritische punten aanpakken door middel van design thinking. Juist het continu werken vanuit de behoeftes van de wijk, co-creatie en oplossingsgericht werken (met stakeholders zoals studenten) werkt!
Lees meer over samenlevingsopbouw
Op WijkWijzer vind je tal van Buurtwijsverhalen over opbouwwerk. Lees bijvoorbeeld eens de volgende artikelen:
- Kennisclips: hoe samenlevingsopbouw weer actueel werd
- Opbouwwerk is geen luxe
- Wat doet een opbouwwerker nu eigenlijk?
- Hoe open je de black box van samenlevingsopbouw?
- Het verschil tussen community organizing, building en development
- Architect van de samenlevingsopbouw: Gradus Hendriks
- Voorman van het opbouwwerk: Wil van de Leur
- Marga Klompé: Minister van Samenlevingsopbouw
- Meer verhalen over Iconische Buurtmakers
Help bewoners op weg: Tijdelijk Noodfonds Energie is open voor aanvragen
Kennisclips: hoe samenlevingsopbouw weer actueel werd
Movisie