Bricolage: bouwen met wat beschikbaar is terwijl je onderweg leert
De publicatie ABCD: Naar veerkrachtige gemeenschappen van Huygens en Fortuin geeft handvatten aan gemeenten die werken aan sterke, veerkrachtige gemeenschappen. In de werkplaatsen “ABCD in de praktijk van de gemeente” zijn deze handvatten verder uitgediept, met aandacht voor de relatie tussen sectoraal/thematisch beleid en het werken aan gemeenschappen. Het concept ‘bricolage’, of de toegankelijke variant ‘knutselen’, kan hierin een bijzondere rol spelen.
Werkplaatsen ABCD in de praktijk van de gemeente
De driedelige werkplaats, georganiseerd door Landelijk Platform Buurt- en Wijkgericht Werken (LPB), biedt ambtenaren de kans om met de ABCD-benadering aan de slag te gaan in de praktijk van gemeente. Asset Based Community Development (ABCD) richt zich op het versterken van gemeenschappen door gebruik te maken van bestaande middelen en talenten. De deelnemers van de werkplaats zijn zowel consument als producent: zij brengen niet alleen hun eigen kennis en ervaring mee, maar dragen ook actief bij aan de gezamenlijke leeropbrengst. Het zoekende proces om samen te leren en te ontwikkelen is inherent aan ABCD en sluit prachtig aan bij de vooropgezette thema’s: de principes, de praktijk en de wetenschap van ABCD.
Lees hier de publicatie ABCD: Naar veerkrachtige gemeenschappen.
Het Kwadrantmodel: structuur in samenwerking
Tijdens de werkplaatsen bleek het kwadrantmodel een krachtig hulpmiddel om de samenwerking tussen gemeenten en gemeenschappen te structureren. Han van Geel, wijkregisseur van de gemeente Zutphen, legt uit hoe dit model helpt om complexe vraagstukken beheersbaar te maken. “Je tekent een matrix met vier kwadranten, wat je dwingt om de cruciale vragen in die vakjes te plaatsen”, aldus Van Geel. Dit proces maakt niet alleen de afzonderlijke dimensies zichtbaar, maar ook de relaties ertussen.
Het model bestaat uit vier kwadranten: blauw staat voor traditioneel sectoraal beleid, rood vertegenwoordigt de ABCD-methode (Asset-Based Community Development), en geel staat voor wijkaanpak en gebiedsgericht werken. Door steeds de relatie tussen de kwadranten te leggen, wordt gezorgd dat zowel beleid als de gemeenschap een stem krijgen in de besluitvorming. Vanuit de praktijk blijkt dat deze benadering zorgt voor heldere kaders waarin beleidsmakers én bewoners hun eigen rol kunnen vinden. Van Geel benadrukt: “In plaats van vakambtenaren die vanuit hun ‘eiland’ opereren, helpt het model hen om procesvaardigheden te ontwikkelen en bruggen te slaan naar de leefwereld van de gemeenschap.”
De kracht van verhalen en theorie
Een belangrijk inzicht dat voortkwam uit de werkplaatsen, is dat gemeenten oog moeten krijgen voor de verhalen die in de gemeenschap leven. Verhalen leggen patronen bloot die theoretische concepten versterken, en andersom. Van Geel benadrukt het belang hiervan: “Verhalen zijn essentieel. Ze verbinden de waarden van de leefwereld met de concepten van de systeemwereld. Hierdoor ontstaat een brug tussen bewoners en ambtenaren, die vaak vanuit verschillende denk- en waardesystemen werken.”
Dit maakt duidelijk hoe belangrijk het is om de juiste verhalen te vertellen, want die verhalen helpen de verbinding te leggen tussen beleid en de praktijk in de wijk. Het kwadrantmodel moedigt deze aanpak aan door het structureel inbedden van zowel beleidsmatige als sociale perspectieven. Van Geel zegt hierover: “Het is belangrijk om niet vast te blijven zitten in de systeemwereld en te blijven discussiëren om het discussiëren. Concepten zoals bricolage helpen om de casuïstiek en praktijk van de verhalen te structureren, zodat theorie en praktijk elkaar versterken.”
Bricolage, geïntroduceerd door de Franse antropoloog Claude Lévi-Strauss, is de kunst van het werken met wat er voorhanden is: dat wat we bij wijze van spreken doen, als we met de materialen in onze tuin een kippenhok bouwen. Het concept speelt een belangrijke rol in het werken met gemeenschappen. Die kennen een vergelijkbare handelingspraktijk. Van Geel beschrijft het als volgt: “Bricolage is waardevol omdat het ons uitnodigt om te werken met wat beschikbaar is, zonder te streven naar perfectie of alles van tevoren te willen plannen.” Hij benadrukt dat bricolage vooral draait om het creëren van verband in de praktijk: “Het helpt ons om de verhalen en casuïstiek die we tegenkomen te ordenen, zodat we kunnen leren terwijl we bezig zijn.”
Van Geel legt uit dat bricolage in feite de brug slaat tussen theorie en praktijk. “Je kunt niet altijd alles vooraf bedenken of volledig plannen. Bricolage geeft ons de flexibiliteit om onderweg te leren, te reflecteren, en samen te bouwen met wat er is, zowel in de gemeenschap als binnen de beleidswereld.” In de werkplaatsen bleek dat bricolage helpt om vanuit de dagelijkse realiteit van bewoners betekenis te geven aan wat in beleidsmatige termen vaak abstract blijft.
Balans tussen beleid en gemeenschap
Vanuit dit inzicht rijst de vraag hoe investeringen in de wijk het beste kunnen worden aangestuurd. Moeten deze volledig vanuit beleidsopvattingen komen of juist meer vanuit de gemeenschap? Het kwadrantmodel helpt ook hier een balans te vinden, waarbij zowel top-down beleid als bottom-up initiatieven een plek krijgen.
“Het helpt wanneer de gemeente de logica van het systeem weet te verbinden met de gemeenschap”, aldus Van Geel. Hij merkt op dat gebiedsprofessionals soms blijven hangen in casuïstiek, terwijl het model hen de mogelijkheid biedt om cruciale vragen te identificeren en de brug te slaan tussen beleid en praktijk. Verhalen zijn essentieel om de waarden van de leefwereld te verbinden met de concepten van de systeemwereld. “Dit schept een brug tussen bewoners en ambtenaren die vanuit verschillende waardesystemen werken”, zegt Van Geel. Verhalen maken de abstracte theorieën praktisch en bieden een manier om de samenwerking tussen beleid en gemeenschap te versterken.
Toekomstperspectief
De werkplaatsen hebben laten zien dat bricolage een krachtige en uitnodigend perspectief biedt om samen met bewoners aan oplossingen te werken. “We moeten niet alles van tevoren willen plannen. Soms moet je gewoon beginnen en leren van het proces”, stelt Van Geel. Deze flexibiliteit is cruciaal voor succesvolle samenwerking tussen gemeenten en gemeenschappen. Door ruimte te geven aan verhalen en bricolage toe te passen in beleidsvorming, kunnen gemeenten en bewoners samen werken aan duurzame oplossingen. Van Geel pleit voor meer ruimte voor improvisatie en experiment in de toekomst. “Bricolage en knutselen leert ons dat je niet alles kunt voorzien. Het gaat erom hoe we samen iets bouwen met wat we hebben.”
Vijf tips voor gemeenten
- Werk met wat beschikbaar is. Begin met de middelen, talenten en kennis die al aanwezig zijn in de gemeenschap. Bricolage draait om creatief en flexibel gebruik maken van wat er al is, in plaats van te wachten op perfecte omstandigheden of nieuwe middelen.
- Creëer ruimte voor verhalen. Verhalen zijn essentieel om verbindingen te leggen tussen de gemeenschap en beleid. Laat ruimte voor de verhalen van bewoners, want die geven inzicht in de dagelijkse realiteit en maken theoretische concepten praktisch toepasbaar.
- Gebruik het kwadrantmodel voor structuur. Het kwadrantmodel helpt om complexe vraagstukken te ordenen. Gebruik dit model om verschillende perspectieven – zoals beleid, gemeenschap en wijkgericht werken – te verbinden en zo beter samen te werken.
- Leer al doende. Bricolage is een lerend proces. Sta open voor experimenten en maak fouten. Dit betekent dat je niet alles van tevoren hoeft te plannen, maar dat je onderweg kunt aanpassen en verbeteren op basis van ervaringen en nieuwe inzichten.
- Zorg voor balans tussen systeem- en leefwereld. Het is belangrijk om de kloof tussen de systeemwereld van de overheid en de leefwereld van de gemeenschap te overbruggen. Het kwadrantmodel en bricolage helpen om deze twee werelden met elkaar te verbinden door procesvaardigheden te ontwikkelen en ruimte te bieden voor maatwerkoplossingen.
Hyperconcentratie van armoede: een vicieuze cirkel?
WijkWijzerImplementatiewijzer voor organisaties in de wijk
Movisie