20 december 2023 7 min. Leestijd

Coalitie Wonen Onderwijs Werk helpt bewoners Den Haag Zuidwest aan het werk

Voorproefje op deel 2 van 'Slagkracht in de wijk'.
Auteur Annius Hoornstra en Annemiek van Tol
Foto: Alex Schröder

Den Haag Zuidwest is een van de 20 focusgebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). In het programma is op het gebied van werk en onderwijs een intensieve samenwerking ontstaan tussen de woningcorporaties (Staedion, Hof Wonen en Haag Wonen), de gemeente, het ROC Mondriaan en een groeiende kring van bedrijven. Ook de buurtorganisaties spelen een belangrijke rol. Samen werken ze aan een aanpak voor de fysieke herstructurering van de wijk. Hiervoor zijn veel werknemers nodig die deels worden geworven uit en opgeleid in de wijk. Doel is om bewoners (vaak met grote afstand tot de arbeidsmarkt) duurzaam aan werk te helpen en dat de woningbouw, onderhoud en energietransitie in het juiste tempo door kunnen. Hoe betaal je dat? Er lijkt genoeg geld te zijn, maar een steuntje is nodig voor het opstarten en ontwikkelen van de innovatieve aanpak. We spraken erover met Saskia Visser (programmadirecteur werken in allianties en netwerken Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gemeente Den Haag) en Marieke Stam (directeur wonen en samenleven, woningcorporatie Staedion).

Gebruikmaken van de kracht van de bewoners bij een tekort aan personeel en grote opgaven

De gedachtegang is logisch: het gemiddelde inkomen in Zuidwest is een derde lager dan in de rest van Den Haag. Twee keer zoveel mensen zitten in de bijstand. Tegelijkertijd hebben de corporaties een opgave om woningen te onderhouden en te verduurzamen en worden er de komende jaren duizenden woningen bijgebouwd. De bedrijven die dat moeten uitvoeren zitten met te weinig personeel. Het koppelen van een deel van dat werk aan het arbeidspotentieel in de wijk is een van de doelen uit het Programmaplan voor Zuidwest. Visser: “We bieden bewoners de kans zich te ontwikkelen tot het niveau dat bij hen past. Voor degenen die op zoek zijn naar een baan is er soms een opleiding nodig en zijn er voldoende stages en/of werk, in Zuidwest maar ook daarbuiten.”

Begin 2022 sloegen de verschillende woningcorporaties (Staedion, Hof Wonen en Haag Wonen), de gemeente en het ROC Mondriaan de handen ineen om invulling te geven aan een beter arbeidsmarktperspectief voor bewoners van Den Haag Zuidwest. Stam vertelt: “Als corporaties hebben we de ambitie om te bouwen aan veerkrachtige wijken. Gelukkig krijgen we ook meer ruimte om te werken aan het leefbaarheidsperspectief van een wijk. Dit doen we niet alleen door extra te investeren in wijken die kwetsbaar zijn, maar ook door ons eigen inkoopbeleid te verbeteren en onze inkoopkracht aan te wenden ten behoeve van onze maatschappelijke opgave. We geven jaarlijks veel geld uit aan verduurzaming en onderhoudswerkzaamheden. We willen dat dit ook sociaal rendeert in de wijken.” Tegelijkertijd biedt het ROC Mondriaan, dat gevestigd is in de wijk, allerlei opleidingen en modules aan die goed passen bij deze opgaven.

Desondanks constateerde de gemeente een mismatch tussen het onderwijs, de arbeidsmarkt en de doelgroep in de wijk. Veel wijkbewoners zijn niet in staat om een reguliere baan uit te voeren, hun niveau op het gebied van taal en werknemersvaardigheden is vaak erg laag en ze zijn vaak niet in het bezit van een startkwalificatie. “Dat betekent dat je om mensen heen moet gaan staan en een integrale aanpak moet ontwikkelen waarbij vooropleidingen, werkplekken en doorontwikkelplannen passen bij de bewoners uit de wijk”, vertelt Visser.

Gezamenlijke aanpak die werkt voor de wijk

De drie verschillende partijen zagen de kans om samen een aanpak te ontwikkelen die voor de bewoners uit de wijk en de bedrijven werkt. Daarvoor hebben zij de Coalitie Wonen Onderwijs Werk gevormd met als doel dat de investeringen die de corporaties en gemeente in de wijk hebben gedaan, bewoners de kans bieden via loopbaanpaden op maat gekwalificeerd vakman of vakvrouw te worden. De Coalitie startte december 2022 met de eerste pilot, gericht op het schildersvak. De pilot begon bij een drietal schildersbedrijven met de opdracht om woningen en de portieken van corporaties op te knappen. Het ROC ontwikkelde met de bedrijven een korte leerroute op maat die precies aansluit bij het werk van de deelnemers. In samenwerking met de buurtorganisaties ging de gemeente vervolgens op zoek naar gemotiveerde kandidaten uit de wijk; iedereen was welkom. Na een korte opleiding en praktijkperiode van circa drie maanden, die wordt verzorgd door het ROC met de bedrijven, treedt de kandidaat in dienst. De opleiding loopt vervolgens nog een aantal maanden door.

Als tijdens het traject blijkt dat er van een van de partijen extra inzet nodig is, dan bieden ze die. Zo zorgt de gemeente voor extra sociale begeleiding van de kandidaten en voor werkcoaches, zet het ROC veel expertise in ten aanzien van werknemersvaardigheden en taalondersteuning en geven de bedrijven extra begeleiding op de werkplek en stellen ze zich flexibel op. De drie corporaties hebben hun inkoopbeleid en de social-return-spelregels beter op elkaar afgestemd en nemen de Coalitieaanpak mee in de gesprekken met leveranciers. Werknemers ontvangen een praktijkverklaring voor de behaalde onderdelen. “We doen wat nodig is om de deelnemers duurzaam aan het werk te krijgen. We bieden ze de mogelijkheid zich zover als mogelijk op te leiden en te kwalificeren en blijven ze daarvoor met de bedrijven volgen. Wellicht zit voor een deel van hen een vervolgopleiding er niet in, maar door deze maatwerkaanpak in kleine stapjes krijgen we mensen toch duurzaam aan het werk”, aldus Visser. Van de 15 deelnemers aan het eerste schildertraject zijn er nu 12 in een baan gestart. In het najaar van 2023 beginnen de opleidingen voor het vak van onderhoudsmedewerker, werken in het groen, infra en de energiebrigades. Zo werkt de Coalitie in enkele jaren toe naar loopbaanpaden voor 11 beroepen. Per vakgebied doet er steeds een andere kring van bedrijven mee.

Social return on investment is geen ‘vinkje’

De partners financieren de aanpak in principe vanuit hun reguliere bedrijfsvoering. Het betrekken van de onderhouds- en bouwbedrijven door de corporaties, het ontwikkelen van een passende opleiding door het ROC, de extra begeleiding vanuit de gemeente, de aangepaste baan die werkgevers inbrengen en de werving zijn voor de eigen kosten van de verschillende organisaties. Voor de deelnemers zijn ook de reguliere gemeentelijke voorzieningen van toepassing, zo kunnen de bedrijven voor deze doelgroep ook loonkostensubsidie aanvragen.

De woningcorporaties willen met name het bestaande inkoopbeleid benutten om deze aanpak te bestendigen. Dit willen ze doen door social return on investment (SROI) te stimuleren. SROI komt er grofweg op neer dat een opdrachtnemer een afgesproken percentage van de opdracht moet investeren in werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onderzoek laat zien dat het echter vaak moeilijk is om te zorgen dat dergelijke afspraken ook echt leiden tot duurzame werkgelegenheid. “We willen af van SROI als ‘vinkje’ en echt sociale impact maken,” vertelt Stam.

De verschillende woningcorporaties uit Den Haag Zuidwest hebben hun SROI-beleid geüniformeerd om een gelijk speelveld te creëren. “We willen alle mensen aan de rand van de arbeidsmarkt bereiken. Dus niet alleen uitkeringsgerechtigden, maar ook jongeren en de zogenaamde flexwerkers”, aldus Stam. In nieuwe opdrachten wordt nadrukkelijk gezocht naar partijen die aan de slag willen voor bewoners uit de wijk. “Vaak kom je dan uit bij partijen die impact maken al in hun DNA hebben zitten. Overigens merken wij dat veel van onze huidige leveranciers al gemotiveerd zijn om mensen kansen te bieden of op een andere manier bij te dragen aan de stad waarin ze werk uitvoeren, zeker de lokale en regionale bedrijven.” Deze motivatie is erg belangrijk bij het opschalen van het initiatief. Tegelijkertijd hebben deze partijen soms nog wel hulp nodig bij de invulling van SROI. Stam: “Als je wil dat het duurzaam invulling krijgt, moet je samen kijken wat mogelijk en passend is. Het grote verschil voor uitvoerders is dat we in dit traject echt in partnerschap optrekken. Ze staan er niet alleen voor”.

Innovatiegeld

Het lijkt wellicht voor de hand te liggen dat partijen elkaar vinden in een dergelijk aanpak en met gesloten beurs financieren. In die eenvoud ligt ook de schoonheid. Tegelijkertijd is het ook een strategische keuze geweest vanuit de brede urgentie in Zuidwest te starten met een incrementele aanpak en te werken vanuit wat er al is.  “Gaandeweg leren we en stellen we bij”, vertelt Stam. Zo is een van de lessen dat financiering met de reguliere middelen niet voldoende is om de aanpak verder te ontwikkelen en op te schalen. “Overal doen we het net anders, omdat we doen wat nodig is en niet werken vanuit de set van regels bij de reguliere financiering of in de reguliere aanpak”, aldus Visser. “Zo start de aanpak met een maatwerk-opleiding die niet gebruikelijk is bij re-integratie en ook nog niet in het bekostigd onderwijs zit. Ook begeleiden we deelnemers bij de werkgever langer dan gebruikelijk en bovendien organiseren we het in de wijk. Om aan te sluiten bij de behoefte van de bewoners maakt de net andere werkwijze hét grote verschil. Maar we moeten wel continu kleine gevechten leveren om het zo te doen.”

Additioneel budget uit de recente regiodeal gaat volgens Visser helpen om de aanpak op te schalen, om maatwerkmogelijkheden te verruimen, om de aanpak verder te ontwikkelen en om bewijs van het succes van de aanpak te verzamelen. De Coalitie kijkt steeds wat via de reguliere bijdrage betrokken partijen loopt en wat gefinancierd kan worden met het aanvullende budget. Zo werkt de coalitie aan een aanpak die op termijn weer kan landen in de reguliere budgetten en werkwijze van de Coalitiepartners.

Binnenkort verschijnt het tweede deel van het praktijkboek ‘Slagkracht in de wijk’. Hierin wordt aandacht geschonken aan de financiële strategie van de wijkaanpak. Mooi dat er ambities zijn en maatregelen bedacht, maar hoe moet dat worden betaald? Een aanpak die vaak vele jaren beslaat, stuit al snel op financiële onmogelijkheden of regels die niet zover vooruitkijken. Bovendien betekent de breedte van de aanpak een breed palet aan subsidies en per sector of betrokken partij verschillende spelregels. Hoe los je dat op? De kern is een adaptieve en wendbare strategie, die meebeweegt met de middelen die er wel zijn en die zijn basis vindt in het commitment van partners.

Dat inzicht is grotendeels gebaseerd op goede voorbeelden uit de praktijk van de 20 focusgebieden. Uit deze gebieden sprongen er een paar voorbeelden uit en dat was een mooie aanleiding voor enkele verdiepende gesprekken. Daaruit kwamen weer genuanceerde inzichten, interessant voor een spade dieper als het gaat om het maken van een financiële strategie.

De komende maanden lichten we een tipje van de sluier door het publiceren van vier verdiepende praktijkvoorbeelden. Vandaag: Den Haag, waar ze bewoners duurzaam aan werk helpen.

Maak een account aan

Om artikelen aan je leeslijst toe te voegen en om artikelen en events met bepaalde thema's of van specifieke organisaties of auteurs te volgen, moet je ingelogd te zijn.