WijkWijzen

Wie zijn die beleidsmakers, sociaal professionals en actieve bewoners die zich inzetten voor leefbare en veilige wijken? Elke maand zetten we iemand in de spotlights die dagelijks bezig is met het verbeteren van wijken en buurten. We noemen ze WijkWijzen. Deze maand: Liesbeth van de Wetering, ambtenaar bij de provincie en gemeente Groningen.

 

De wijkaanpak als zeggenschapsinstrument voor bewoners

‘Politieke en maatschappelijke participatie van burgers’ is het centrale thema in de loopbaan van Liesbeth van de Wetering. Twintig jaar geleden kwam Van de Wetering bij de gemeente Groningen terecht in het gebiedsgericht werken. De wijkaanpak richtte zich op dat moment voornamelijk op het fysieke domein. Het sociale terrein van de wijkvernieuwing in Groningen stond in de kinderschoenen. De afgelopen jaren heeft Van de Wetering vooral de relatie tussen overheid en burger flink zien veranderen.

“Vanaf de Vogelaartijd, rond 2007, zijn we gaan experimenteren met een andere rol van de overheid. Bijvoorbeeld door een wijkstemdag te organiseren. Telkens zoeken we antwoorden op vragen als ‘Hoe krijgen bewoners meer zeggenschap?’, ‘Hoe komen we met meer en andere bewoners in gesprek?’ en ‘Hoe organiseer je dat dan?’”Liesbeth van de Wetering

Casus: de coöperatieve wijkraad

Een diverse groep Groningers uit de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de ambtenarij en actieve bewoners, vonden dat de samenwerking tussen overheid en inwoners anders moest. Van de Wetering was één van hen. Gezamenlijk startten ze vijf experimenten voor lokale wijk- en dorpsdemocratie. De coöperatieve wijkraad in de Oosterparkwijk was daar één van. Die wijkraad bestaat uit elf inwoners die door loting zijn uitgekozen, zes gemeenteraadsleden en een panel van 400 bewoners.

Tijdens het experiment zag Van de Wetering veel parallellen met de lastigheden die ook rondom de wijkaanpak spelen. “We leerden er hoe ingewikkeld het is om een goede dialoog in de wijk te voeren, niet alleen tussen de gemeente en bewoners, maar ook tussen bewoners onderling. Ook ontdekten we hoe je meer en andere mensen mee kan laten doen. En we leerden dat wijkgericht werken niet zozeer een dienstverleningsconcept moet zijn maar een zeggenschapsinstrument.” Het experiment ging niet altijd van een leien dakje. Van de Wetering: “Maar ongemak hoort erbij. Ik zie ‘gedoe’ als bewijs van democratische kwaliteit, want dan liggen tenminste alle – vaak tegengestelde – belangen op tafel.”

Van de Wetering haar symbool voor de wijkaanpak: Tuinindestad

“In de wijkaanpak redeneren we vaak vanuit problemen en beperkingen van de wijk. Tuinindestad doet juist het tegenovergestelde. Het initiatief weet een heel nieuwe doelgroep aan te spreken omdat ze denken vanuit mogelijkheden. Zo vraagt initiatiefnemer Frans Kerver waar je zin in hebt en wat je kunt en wilt doen. Het is daarnaast een ‘ruige plek’ – midden tussen een aantal wijken in – met ruimte voor eigen invulling. Zo ontstaan er bijzondere dingen.” De plek waar Tuinindestad sinds 2009 gevestigd is, is door de gemeente uitgekozen voor woningbouw. “Er ontstaat een strijd tussen ruimtelijk en sociaal: 20 huizen versus een succesvol bewonersinitiatief. Die strijd heeft de weg gebaand voor allerlei discussies over dilemma’s die je in de wijkaanpak ook terugziet. Bijvoorbeeld de vraag wat van waarde is, maar ook over het grote in het kleine zien, initiatiefnemers in positie brengen om het gesprek te voeren, ambtenaren meenemen naar buiten en de doodlopende weg om alles wat niet in geld is uit te drukken, toch proberen te kapitaliseren.”

Wat werkt in de wijkaanpak?

Welke lessen zijn er volgens Van de Wetering te trekken uit het experiment met de coöperatieve wijkraad en Tuinindestad over wat werkt in de wijkaanpak?

  • Verbind wijkaanpak aan de democratische agenda. Dit is volgens Van de Wetering de basisvoorwaarde voor een geslaagde wijkaanpak. “Jan Rotmans zegt: ‘de democratische transitie is de moeder aller transities.’ Ik geloof daar heel sterk in. Je moet het met elkaar doen, anders lukt het niet. Een wijk gaat pas leven als bewoners zich er eigenaar van voelen. Evenzo moet de aanpak passen bij het DNA van de wijk. Vanuit sterke gemeenschappen ontstaat een sterke wijk.”
  • Voel aan wat er in de onderstroom van de wijk gaande is. Dat lukt volgens Van de Wetering alleen als je veel en intensief in de wijk aanwezig bent. “Zorg dat je in de wijk bent en dat je er mensen kent. Wees zichtbaar en benaderbaar. Vermijdt de houding ‘u vraagt, wij draaien’, ga nieuwsgierig in gesprek. En zorg ook dat je digitaal aanwezig bent met bijvoorbeeld online stemprocessen en op sociale media. Je bereik is dan veel groter. Dit kan deels een antwoord zijn op de vraag hoe je mensen betrekt die anders niet gehoord worden.”
  • Denk vanuit de gemeenschap. “Vraag je altijd af hoe een plan bijdraagt aan het versterken van de gemeenschap, geeft Van de Wetering aan. “Die vraag stel ik altijd centraal. En zie het grote, het wezenlijke vraagstuk, in het kleine, de casus.”

Je hebt elkaar nodig: organiseer een informeel netwerk

Van de Wetering heeft veel gehad aan het Vernieuwingsnetwerk, een informeel netwerk waarin kunstenaars, bewoners, ondernemers, raadsleden, een wethouder en ook initiatiefnemers zoals Frans Kerver een plek hadden. “Met elkaar dachten we na over welke nieuwe stappen we samen konden zetten. De gesprekken met zo’n divers gezelschap zorgden voor andere perspectieven. Ook leerden we elkaars taal te spreken en te begrijpen. En er ontstonden spontaan nieuwe experimenten. Zoals de eerste contouren van een bijstandsexperiment waarbij mensen in de bijstand mochten werken met behoud van hun uitkering.”

Wil je in contact komen met Liesbeth van de Wetering? Dat kan! Ga naar haar LinkedIn-pagina.

Meer lezen?

Maak een account aan

Om artikelen aan je leeslijst toe te voegen en om artikelen en events met bepaalde thema's of van specifieke organisaties of auteurs te volgen, moet je ingelogd te zijn.